Klein-Zwitserland ligt in het noordoosten van Mortsel, vlakbij de historische Hoeve Dieseghem.
Het gebied omvat zo’n 12 hectare en wordt doorkruist door spoorlijn 15 tussen Antwerpen-Lier.
Van spoorwegknooppunt tot natuurgebied
Twee eeuwen geleden bestond het landschap uit kleinschalige weilanden, akkers en houtkanten. Tussen 1836 en 1881 verschenen de eerste spoorwegen in Mortsel. Ze vormden een verbinding voor de bevoorrading van de forten rond Antwerpen. In 1920 werd het ringspoor op verhoogde bermen gelegd. Het bleef tot 1970 in actief gebruik. In 1984 werd het terrein dat Klein-Zwitserland zou worden, eigendom van de stad Mortsel.
De geschiedenis van de Dieseghemhoeve gaat terug tot de 9e eeuw. Toen was “Tissengien” eigendom van de abdij van Lobbes in Henegouwen. In de 17e eeuw werd de heer van Cantinerode eigenaar. Tot laat in jaren ’50 van de vorige eeuw was deze site een actief landbouwbedrijf. Stad Mortsel verwierf de hoeve in 1958, maar het heeft lang geduurd voor ze een nieuwe bestemming kreeg. In 1979 werd ze verwoest door een brand.
Na de heropbouw die duurde tot 1994, kreeg ze een culturele bestemming.
In 1990 ondertekende Werkgroep Ecologie Mortsel een eerste beheerovereenkomst voor het natuurgebied. In 1996 nam Natuurpunt die overeenkomst over en werkte verder aan de uitbouw en de bescherming van dit stukje groen dichtbij. De vrijwilligers van Natuurpunt beheren zowel het deel ten zuiden van de spoorlijn, als ook het noordelijk deel, door de stad aangekocht in 2003.
Welkom om te wandelen Natuurpunt stippelde hier het bewegwijzerde ‘Hazelwormpad’ uit. Daarmee doorkruis je het hele gebied ten zuiden van de spoorlijn. De oude spoorwegbermen zorgen voor variatie in reliëf, klimaat en natuur. De fossielenrijke bodem van de bermen is aangevoerd uit het havengebied, wat de aanwezigheid van schelpen en haaientanden verklaart. Als je goed zoekt, vind je ze!
“Een groot deel van KleinZwitserland bestaat uit jong, spontaan opkomend bos met jonge berken, zomereiken en meidoorn. Ook vlier en verschillende soorten wilgen komen er voor.”
Een passend natuurbeheer
Een doordacht beheerplan zorgt ervoor dat de biodiversiteit van Klein-Zwitserland toeneemt. Dankzij ecologisch maaibeheer ontstaat een prachtig bloemrijk grasland. Je vindt er o.a. knoopkruid, grasklokje, sint-janskruid, rapunzelklokje, duizendblad, goudhaver, wilde peen, gele morgenster en wilde reseda.
Uitheemse soorten zoals de invasief woekerende Japanse duizendknoop worden aangepakt om te voorkomen dat ze andere inheemse soorten verdringen.
Het onderhouden van de wandelpaden is een doorlopende opdracht die onze vrijwilligers met veel plezier uitvoeren. Zo kan je steeds komen genieten van een prachtige wandeling in de natuur.
Ruig is niet altijd slecht
Hier en daar ontstaan spontaan ruige hoekjes in het gebied. Daar zie je gewone berenklauw, boerenwormkruid, smeerwortel, speerdistel en ook brandnetels, kleefkruid en bramen. Tal van insecten leven in die ruigte, zoals de bramensprinkhaan die je in de zomer vaak ‘prrrt hoort zingen. Ook glimwormen houden er van. Van juni tot oktober kan je ze bewonderen.
Water, bron van leven
In 2017 werd de oude veepoel opnieuw uitgegraven. Zo krijgen bruine kikkers, padden en salamanders opnieuw een plekje om zich voort te planten. Ook heel wat insecten zoals libellen zoeken het water op. Amfibieën vormen een belangrijke schakel in de voedselketen. Ze eten veel ongewervelden en worden zelf gegeten door reigers, die je soms ziet vliegen. Je kan de poel bekijken van achter het raster, dat de poel afschermt.
Dood hout bruist van leven
Langs de spoorlijn voert Natuurpunt jaarlijks hakhoutbeheer in overleg met Infrabel. Dood hout blijft zoveel mogelijk ter plaatse als schuiloord voor insecten en kleine zoogdieren zoals egels en wezels. Daarnaast vormen houtstapeltjes de ideale locatie voor de hazelworm, een pootloze hagedis die zeldzaam is en vooral leeft van slakjes.
Je hoort of ziet de kool- en pimpelmees, staartmees, zwartkop, tjiftjaf, bosrietzanger, maar ook de grote bonte specht en de groene specht. Geregeld zie je er een torenvalk, sperwer of buizerd op de loer voor een prooi. Ook een koppeltje bosuilen laat zich ’s nachts horen.
Ook voor paddenstoelen is de aanwezigheid van dood hout van groot belang. Tal van paddenstoelen maken Klein-Zwitserland in de herfst en winter tot een boeiend terrein: krulhaarkelkzwam, gekraagde aardster, en vliegenzwam komen voor.
PRAKTISCH
KLEIN-ZWITSERLAND
START
• Hazelwormpad (groen), 2 km – Vertrekpunt HoeveDieseghem, Wouter Volcaertstraat 44, 2640 Mortsel
• Aanlooproute Ijzerenweglei • Aanlooproute Heirbaan (ter hoogte van nr. 46),
• Aanlooproute Osylei TOEGANKELIJKHEID Het gebied is vrij toegankelijk op de wandelpaden. Honden welkom aan de leiband.
OPENBAAR VERVOER
Met de trein: via Station Mortsel, op 1 km loopafstand van het vertrekpunt Met de bus: Met de bus: lijn 140 en 141 via haltes Mortsel Meidoorn en Mortsel IJzerenweglei of lijn 51, 52 en 53 via halte Mortsel Osylei.
CONTACT Natuurpunt-mortsel@landvanreyen.eu www.natuurpunt.be/klein-zwitserland